Deze maand vindt op de televisie de verkiezing plaats van de derde Dichter des Vaderlands, en Zij die over de Kunsten gaan bij de televisie hebben me gevraagd bij die avond aanwezig te zijn, 'als ik toch toevallig in Nederland was'.
't Leek me wel iets, ik zou dan eens mooi kunnen zeggen waarom dat hele Dichter des Vaderlands-gedoe me de keel uithing. Waarom al die huichelaars na de moordaanslag op Dichter des Vaderlands de Eerste nu niet ineens opnieuw moesten gaan doen of de poëzie ze een lor kon schelen.
Dat wou ik zeggen, en nog veel meer.
Maar goed, ik woon niet om de hoek.
Bij navraag bleek een vergoeding van de reiskosten onbespreekbaar. Een retourtje Portugal kost in januari nog geen 250 euro. Zoiets fabelachtigs kan er begrijpelijkerwijs niet af. De salarissen van Degenen die over de Kunst gaan bij de televisie moeten ook nog worden betaald. En het zakgeld van Paul de Leeuw.
Ik heb wel eens horen fluisteren dat ze die Paul de Leeuw vorstelijk betalen. Maar dan heb je ook een heel scherm vol.
De Dichter des Vaderlands-verkiezing op de televisie lijkt nu al een magere vertoning en een fiasco van jewelste te worden. Zelfs ik zal daar straks dus niets meer aan kunnen veranderen.