zaterdag 26 januari 2008

Mag ik even pedant zijn?

Kunst en filosofie bepalen hoe je tegen de wereld aankijkt. Vrijheid van geest, onafhankelijkheid, dromen en fantasieën vormen de essentie van cultuur. 't zijn open deuren, maar open deuren uit een vergeten woning. Er zou een studie geschreven moeten worden over de bewuste en onbewuste marginalisering, stap voor stap, van kunstenaars en intellectuelen door de krachten voor wie die essentie een doorn in het oog was. Ik geloof niet dat zo’n geschiedeniswerk er is. Het boek zou de voortgang en het verval van onze beschaving vanuit een huiveringwekkende hoek tonen. ‘Hoe de krachten die er altijd zijn geweest er uiteindelijk in zijn geslaagd het bolwerk te slopen.’ Kleine stappen, grote stappen. Het zou een verhaal worden van eeuw na eeuw monddood maken, omkopen, ridiculiseren, gevangen nemen, kleineren en gijzelen. Macht en massa, oorlogen, revoluties, koningen, potentaten, regeringen, parlementen en ideologieën zouden er een rol in spelen. Er komen verraders voor in het verhaal, lok-intellectuelen en undercover-agenten. Ik weet zeker dat men al de bewijzen zal vinden die ik vermoed. Wie eenmaal die marginaliseringsbeweging heeft gespot raakt er moeilijk van los.
Het boek zit in mijn hoofd. Het is een dik boek.
Vaak gingen de belanghebbenden met de botte bijl tekeer, maar soms waren ze ook ijzig geduldig. Soms gebeurde het onderhuids en geraffineerd, een andere keer liep het uit op een confrontatie onder handgeklap van het publiek.
Marginalisering. Van bolwerk en essentie naar zijlijn en gedogen. Tot er voor de cultuur geen rol meer overbleef die je de moeite waard zou kunnen noemen.
In de laatste decennia viel vooral nog het ridiculiseren op. Kunst was goed voor je en het zout in de pap. Cultuur was therapie. Intellectuelen waren om je dood te lachen.
Het smadelijke hoofdstuk ‘demonisering van de intellectueel’ is uit zicht geraakt door de zegetocht van de gedemoniseerde proleet.