zaterdag 26 januari 2008

A Modest Proposal

Er leven in de catacomben nog wat schimmen uit de oude wereld.
U en ik.
We zouden natuurlijk best over een kleine renaissance kunnen piekeren. Het staat ons vrij een particulier aanslagje te plegen op de veroveraars en andere Arabieren. Ik stel voor een nieuwe universiteit te beginnen. Vanuit de ondergrondse waar wij, laatste excentriekelingen, bijeenzijn roep ik op tot een geheel nieuw begin. Vanuit het niets, er is geen andere mogelijkheid.
Vergeet de scholen en laat de universiteiten aan hun lot over.
Gun ze de nieuwe heren waaronder ze dienen, leve de aflossing van de wacht, ze moeten het zelf maar weten.
Ik stel voor om te beginnen – want men moet serieus beginnen en de nood is hoog – met een kleuterschool.
We laten de illusie van herstelwerkzaamheden varen, maar die kleuterscholen pakken we goed aan.
Misschien dat sommigen van u nog sterk genoeg zijn om op dat niveau te beginnen.
Eerst – het eisenpakket. Welke eisen stellen we aan de kleuter? We zullen tenslotte ooit moeten uitkomen op een gloednieuwe universiteit. Voorzichtig, stapje voor stapje. Eerst een ideale kleuter, dan pas kunnen we verder.
Wat geven we de kleuter mee om een Wijze te worden, een potentiële uomo universalis?
Een paar punten uit het ongetwijfeld Spartaanse lesprogramma.
De kleuters worden vertrouwd gemaakt met het idee dat ze elitair zijn en intellectueel. Dat ze ondanks hun prille begin in een lange traditie wortelen. Ze krijgen alvast aanschouwelijke voorproefjes, in de vorm van knutselwerk, die moeten leiden tot het besef dat geest en geld, cultuur en wetenschap, kunst en leven niet te scheiden zijn. De nodige lesuren worden besteed aan het vermijden van zowel balspelen als stoplappen. Ze ontvangen uitgebreid onderricht in het bouwen van zinnen, in het rangschikken van gedachten en in het zonder hapering uitspreken van de in die zinnen besloten gedachten. Vloeiendheid en muziek staan voorlopig voorop. De ontwikkeling van surreële fantasieën kan nog wachten tot de lagere school.
Elke dag worden er minstens honderd woorden bijgeleerd. Plastische, bizarre en archaïsche woorden leveren extra punten op.
Eveneens dagelijks heeft er op het schoolplein een oefening plaats in duiveluitbanning door de pupillen stenen te laten werpen naar een muur waarop de portretten zijn aangebracht van Jezus, Heineken, Mohammed, Bin Laden en andere profeten.
Er worden vernuftige blijspelletjes ingestudeerd met steevast een econoom als nar en een captain of industry als verliezer.
De dichter trouwt met de prinses.
’t Lijkt me de enige manier om de universiteit van onderop te herstellen.
Het is een wanhoopsdaad. Ik geef het weinig kans.