Kristien Hemmerechts in De waar gebeurde geschiedenis van Victor en Clara Rooze, bldz. 69: ‘Door de jaren heen had mijn vinger zich naar mijn pen geplooid. (...) Allerlei stuwende krachten waren in die vinger rusteloos aan het werk geweest om hem te kneden en te vormen. Een beetje handlezeres kon moeiteloos mijn beroep raden.’ Een ‘schrijfvinger’ die me doet denken aan de ‘signeerarm’ van Connie Palmen. Ze zat eens naast me, tijdens het signeren op een of andere suffe bijeenkomst, een bijeenkomst die niet zo suf was of er stond een dikke rij dames te wachten op haar handtekening. Ze vertelde toen, wrijvend over haar pols, dat ze bij een arts in behandeling was voor haar 'signeerarm'. Verschrikkelijke kwalen teisteren de letterkunde!