zaterdag 26 januari 2008

Weer eens nieuwe tijden

Als je er zelf middenin zit ervaar je het niet als bijzonder. Wat spectaculair lijkt waait over en iets onopvallends blijkt een periode juist te typeren. Cultuurbespiegelingen zijn vooral: wijsheid achteraf. Als ik dus ga zeggen wat ik het bijzondere van nu vind ben ik aan het luchtfietsen. En ook weer niet. Ik zie vaker iets wat anderen niet zien.
De oude vrouwtjes slaan op de vlucht als ik me op straat vertoon. Ze kennen me.
Dat eerlijke mensen die een fatsoenlijke mening aanhangen nu verguisd worden, weten we. Hoon valt de man ten deel die de boel bij elkaar wil houden. Gematigdheid heet slaapverwekkend.
Dat de stemmen levendiger en schriller zijn geworden en de beledigingen zich opstapelen, weten we. Gespierde taal wordt met wagonladingen over en weer geslingerd, de lucht is er vol van. Hoe extremer de mening, hoe groter de aandacht.
Dat is niet het bijzondere van onze tijd. Het bijzondere van onze tijd is dat de sympathie van hoog tot laag uitgaat naar die drastische meningen. Openlijke sympathie, heimelijke sympathie. De sympathie is er bij de domoren, wat te verwachten viel, maar de sympathie is er ook bij de intellectuelen. In hun discussies en hun debatten. De overgrote meerderheid van onze samenleving lijkt het er over eens dat de brave en fatsoenlijke colonne maar bleekjes afsteekt bij de tetterende marskramers in meningen.
Het bijzondere is dat braafheid en fatsoen het pleit verloren hebben. Ze zijn hun aantrekkingskracht kwijt. Ook als we het tolerantie en wijsheid noemen. Beschaving.
De gulden middenweg is op dit moment een grijs en deerniswekkend steegje waar je niet graag gesignaleerd wilt worden.
Dat beschaving een woord werd als gaslantaarn en kolenkit, ik beklaag me er niet over. We leven in nieuwe tijden.
Misschien lopen er hier en daar nog mensen rond met een vaag beschavingsideaal, mensen die als het er op aankomt braaf en fatsoenlijk zijn, maar één ding weten ze zelf zeker: ze willen niet zo klinken. Ze willen voor geen goud worden verward met het soort dat van zichzelf beweert dat het zo braaf en fatsoenlijk is. Het soort dat hardop de gematigdheid predikt. Die grijze muizen van de brede kijk.
Ik merk het aan mezelf. U merkt het aan uzelf. Iedereen merkt het aan zichzelf. Wat koop je voor de braveriken van de consensus en de common ground? We zijn als de dood voor braafheid. Het is fijn te jennen. Het is heerlijk een mening te hebben. Het is goddelijk te denken dat je vooruitziend, provocerend en kleurrijk bent. Anders schiet het niet op.